Kan een zwemvijver natuurlijk en toch proper zijn?

Het is soms moeilijk te begrijpen. Bij moderne zwembadinstallaties worden heel wat technieken ingezet om te komen tot correct zwemwater. Automatische PH-regeling, controle van redoxpotentiaal, automatische chloordosering, ozoninstallatie, ... het komt er vaak allemaal aan te pas. Aan de andere kant zijn er zwemvijvers die nauwelijks van techniek worden voorzien en toch ook perfect gezond water bevatten. Vaak is het water er zelfs kristalhelder, helderder dan in veel zwembaden. Hoe kan dat?

Bij zwembaden gebruikt men stoffen en middelen die de groei van micro-organismen tegengaan. Ze hebben dus antibiotische eigenschappen. Een zwembad bevat daardoor levensarm water. Bacteriën en andere micro-organismen worden er zo veel mogelijk geblokkeerd met chloorderivaten en/of andere ontsmettingsproducten. 

Terwijl men er in zwembaden alles aan doet om het water zo ‘steriel’ mogelijk te houden gaat men bij zwemvijvers net het omgekeerde doen. Men zorgt ervoor dat de natuurlijke zuivering actief gehouden wordt. In een zwemvijver worden de ingewikkelde biologische relaties en natuurwetten gerespecteerd. Aan de waterzuivering komen dan ook geen chemicaliën te pas. Om de processen te helpen gebruikt men probiotische factoren. Als alles loopt zoals het hoort, zorgen het moeras en de planten en micro-organismen er samen voor dat afvalstoffen volledig worden verwerkt en verbruikt met als resultaat kristalhelder water.

Bewezen door de wetenschap 
Het filteren van echte zwemvijvers gebeurt op een biologische manier. Er is een open zwemzone en er zijn beplante zones. De moerasplanten en een zone van biologische filtratie garanderen een gezond en zuiver water. Zwemvijvers worden in onze streken bijna altijd uitgerust met erg grote biologische filterzones, die minimaal 20%, meestal echter 25% uitmaken van het totale volume van het vijverwater. De filterzones worden vrij diep gemaakt, met een diepte tussen 100 cm en 150 cm. Dit geeft in de praktijk de beste resultaten. Biologisch filteren betekent een combinatie van mechanische filtersystemen (skimmen, zeven en decanteren), gecombineerd met reinigen met behulp van bacteriën. Deze bacteriën gaan afvalstoffen omzetten in door planten opneembare moleculen. De aanwezige planten verbruiken deze stoffen dan weer voor hun groei. De cirkel wordt zo gesloten. Het systeem van biologische filtratie wordt door onder andere de Oostenrijkse en Franse overheid aanvaard voor toepassing in openbare zwembaden. De zwemvijver in het Boekenbergpark in Deurne was in 2006 de eerste openbare ecologische zwemvijver van België en meteen ook een van de grotere van Europa. Bodemmateriaal en meer dan 6.000 planten zuiveren het water op een natuurlijke manier. Al in de zomer van 2007 kon de capaciteit worden opgevoerd van 350 naar 750 bezoekers. De Vlaamse Milieu maatschappij en het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid hebben op basis van de Europese zwemwaterrichtlijn normen bepaald om de actuele waterkwaliteit van zwemvijvers te beoordelen. De kwaliteit wordt afgetoetst aan twee bacteriologische parameters, namelijk Escherichia coli (tot 200/ml = uitstekend) en intestinale enterokokken (tot 500/ml = uitstekend). De aanwezigheid van Salmonellabacteriën wordt enkel gemeten als er aanwijzingen zijn voor een slechte waterkwaliteit. In Duitstalige landen wordt terecht ook de helderheid van het water gebruikt als parameter bij de beoordeling van de kwaliteit van het zwemwater. Men moet zeker 1 à 2 m diep door het water kunnen kijken. In Duitsland is er ook een norm voor het fosfaatgehalte (max. 0,01 mg/l) en het zuurstofgehalte (min. 80%). Beiden geven een indicatie van de biologische kwaliteit van het water. Het gaat hier om bepalingen voor openbaar toegankelijke zwemvijvers. In binnen- en buitenland worden ook regelmatig waterstalen genomen van private zwemvijvers. Uitgevoerde analyses tonen aan dat het niet nodig is het water ‘steriel’ te maken met chemische middelen om het gezond te maken. Regelmatig komen de laboratoria tot de conclusie “voldoet chemisch aan de normen voor drinkwater” en daar gelden veel strengere normen. Dat is dus meer dan geruststellend. Ook op bacteriologisch niveau blijken er geen problemen voor te komen in private zwemvijvers.

De waterkwaliteit nagaan van onze eigen zwemvijver 
Men kan uiteraard een waterstaal naar een laboratorium sturen en het laten analyseren, maar het kan ook eenvoudiger. Goed observeren leert ons veel. De helderheid controleren is eenvoudig. Kijk bij helder weer naar de bodem. U ziet een eurocent liggen op de bodem? Goed zo, uw zwemvijver voldoet dus al aan één van de Duitse normen. Let ook op de waterorganismen die in de vijver leven. Ook wetenschappers gebruiken biologische waarnemingen en kijken vooral naar de aanwezigheid van macro-invertebraten. Een geleerd woord, maar het zijn eenvoudigweg alle ongewervelde dieren die nog met het blote oog waarneembaar zijn zoals slakken, kokerjuffers, kreeftachtigen, muggenlarven, ... Deze macro-invertebraten hebben een nauwe relatie met hun omgeving en reageren op veranderingen (bv. vervuiling) die zich in het milieu afspelen. Larven van steenvliegen, haften, schietmotten, kokerjuffers, waterjuffers en libellen hebben gezond zuurstofrijk water nodig om te kunnen leven. Zij zijn het biologisch bewijs dat het water OK is. Ziet u deze diertjes rondkruipen in uw zwemvijver dan is dat dus een zeer goed teken. Ook wanneer er goudwindes in de vijver zwemmen duidt dat per definitie op zeer gezond water. Deze vissen kunnen immers helemaal niet tegen zuurstoftekort of verontreinigingen, ook niet kortstondig. Daarom gebruikt men ze graag als testvissen. U kunt ze met dit doel in uw zwemvijver introduceren wanneer u dit wenst. Koop er altijd een tiental want ze zwemmen in scholen.

Ervoor zorgen dat de waterkwaliteit goed blijft 
In de Duitstalige landen hanteert men een goede norm wat betreft het te voorziene watervolume per badgast, namelijk 10.000 l per zwemmer. Dus niet allemaal samen als sardienen in een blikje. Dit om mogelijke besmetting van zwemmer naar zwemmer te minimaliseren. Een wijze richtlijn. Belangrijk is ook de kwaliteit van het bijvulwater. Let er op dat het niet te rijk is aan fosfaat en/of nitraat, wat vaak het geval is met grondwater. Er moet ook voor gezorgd worden dat er geen ‘vervuild’ water uit de tuin in de vijver kan terechtkomen. Bij hevige regenval stroomt het water over rozenperken en gazon en neemt vervuiling en meststoffen mee. Zorg ervoor dat dit water niet in de vijver kan komen, ook niet via een pad of een terras. Een wat hoger liggende vijverrand en/of drainage rond de zwemvijver gaan dit type vervuiling tegen. In de herfst worden de planten ‘geoogst’ zodat de erin opgeslagen stoffen uit het systeem worden verwijderd. Bij wat oudere zwemvijvers met weelderige moerasbegroeiing kan men de gele irissen ook een tweede keer afsnijden en weghalen, namelijk in juni, na de bloei. Dat zorgt voor extra groeikracht en dus voedselverbruik. Wanneer er veel bomen in de omgeving van de zwemvijver staan is het nuttig een afdeknet over de vijver te spannen tijdens de periode van hevige bladval (oktober-november). Skimmers zijn erg nuttig om vervuiling tegen te gaan. Een skimmer zorgt ervoor dat alle onreinheden die op het wateroppervlak terechtkomen zoals pollen, blaadjes, zaadjes en dergelijke worden weggezogen. En natuurlijk zorgt u voor het ‘logische’ onderhoud van uw zwemparadijs en dat op regelmatige basis. Met een schepnet vangt u verontreinigingen weg. Met een degelijke vijverstofzuiger, eentje die kan aanzuigen tot minstens 1,5 m, verwijdert u vuil van de vijverbodem. De natuur doet de rest en beloont u met kristalklaar water.