Het geheim van kristalhelder zwemvijverwater

Filtersystemen voor zwemvijvers
Het verschil tussen zwembad en zwemvijver zit hem in de filtering van het water. In een zwembad gebeurt de filtering door systemen die met chloor, zoutelektrolyse of waterperoxide werken. De zwemvijver filtert zijn water op een natuurlijke manier, door gebruikmaking van planten, minuscule diertjes en bacteriën. De meeste zwemvijvers en biologische zwembaden worden gefilterd met behulp van een moerasbed. Deze fi lterzone sluit aan vlak naast het zwemgedeelte of ligt er een eindje van verwijderd. De filterende moeraszone wordt meestal gevuld met lavasteentjes, met bovenop vaak een toplaag van clinoptoliet. Deze gesteentes bevatten holtes waarin bacteriën kunnen leven. Het nuttige oppervlak is daardoor groot.

Biologisch filteren betekent reinigen met behulp van bacteriën. Deze bacteriën gaan afvalstoffen omzetten in moleculen die door planten kunnen worden opgenomen. De verontreinigingen afkomstig van ingewaaide bladeren, stuifmeel, vergane organismen enzovoort bevatten onder andere fosfaatverbindingen en ammoniak. De giftige ammoniak wordt door de werking van in de filter groeiende bacteriën omgezet in minder giftig nitriet en vervolgens in het zo goed als niet giftige nitraat. Het gaat hier om aërobe chemische reacties die zuurstof nodig hebben, veel zuurstof. De uiteindelijke restproducten van de biologische afbraak zijn fosfaat en nitraat. Beide moleculen zijn belangrijke meststoffen voor planten.

Een goede doorstroming
Het water van de zwemvijver loopt door de moeraszone, van beneden naar boven of van boven naar beneden. In het eerste geval kan ervoor gezorgd worden dat het vuil onderaan bezinkt in een ‘kamer’ onder het moerasbed. Als er voorzien is dat dit vuil kan worden weggezogen via bijvoorbeeld een buis met daarin een pomp, dan is dit mooi meegenomen. Vaak laat men evenwel het water van boven naar beneden door het filterbed lopen. De vervuiling komt dan eerst terecht tussen de moerasplanten en de plantenwortels. Dit beschermt het kiezelbed of lavabed tegen verstoppen.

De moeraszone 
Belangrijk is dat de moeraszone niet te diep is om zuurstofgebrek onderaan te vermijden. Anderzijds moet de laag dik genoeg zijn om het water ook van fijne vuildeeltjes te kunnen ontdoen en om aan de bacteriën de tijd te geven hun werk te doen. Meestal kiest men voor een laagdikte tussen 1,5 en 0,8 m. Elke zwemvijverbezitter wenst immers zeer helder en gezond water en daarom voorzien zwemvijverbouwers vaak echt grote moeraszones die 20 % tot zelfs 25 % uitmaken van het volume van de zwemvijver.

Vijverpompen 
Er hoeft niet overdreven te worden met het waterdebiet dat door het filterbed stroomt. Dat heeft zoals eerder al vermeld te maken met het feit dat de micro- organismen de tijd moeten kunnen krijgen om hun werk te doen. Het totale watervolume loopt bij een zwemvijver ongeveer vier- tot vijfmaal per dag door de moeraszone. Dat is dus om de vijf à zes uur. De pomp moet daarop berekend zijn. Het is belangrijk te kiezen voor een betrouwbare pomp, geschikt voor zwemvijvertoepassingen. Let zeker op het energieverbruik, want de pomp moet dag en nacht draaien. De ervaring leert dat nat opgestelde vijverpompen langer meegaan dan droog opgestelde. Vaak plaatst men de pomp in een onderaan gesloten buis die dienstdoet als pompput. De drainageslangen van de filterzone worden er direct of indirect op aangesloten. Meestal gebruikt men naakte drainageslangen met een diameter van 80 mm. De beste zijn vervaardigd uit zwart polyethyleen en dragen het Kiwa keurmerk (Kiwa staat voor Keuringsinstituut voor Waterleidingartikelen). Tegenwoordig kiezen de meeste zwemvijveraanleggers liever voor twee wat kleinere vijverpompen in plaats van één grote. Dat heeft als voordeel dat wanneer er eentje stilvalt de andere nog blijft draaien. In de winter kan men het systeem op één pomp laten draaien en zo heel wat energie besparen. Men zorgt ervoor dat de pompen mooi horizontaal opgesteld staat, dat verlengt hun levensduur.

Planten zijn een noodzaak 
Wat men ook beweert, geen enkel filtersysteem kan wat planten kunnen: fosfaten en nitraten opslorpen en omzetten tot weefsel. Welke waterplanten kan men gebruiken in moerasbedfilters? Het antwoord is dat eigenlijk alle vijverplanten geschikt zijn - want ze gebruiken allemaal nitraten en/of fosfaten als voeding - maar dat sommige beter geschikt zijn dan andere. Hoe sneller een plant groeit, hoe meer voedingsstoffen zij verbruikt. Planten die weinig eisen stellen en snel groeien zijn daarom het meest aangewezen voor moerasbedfilters. Vooral ‘grasachtigen’ (eenzaadlobbigen) voldoen erg goed. Ze moeten de hoofdmoot uitmaken van de moerasbeplanting. De planten moeten in grote hoeveelheden worden aangeplant. Vaak voorziet men vijf moerasplanten per 1000 liter vijverinhoud. Voor een zwemvijver met een inhoud van 100 m3 voorziet men dus 500 planten. Het is belangrijk dat de planten geen gevaar opleveren voor de waterdichting en dat ze gemakkelijk te onderhouden zijn. De meest gebruikte snel groeiende moerasplanten zijn: iris (vooral gele lis), kalmoes, dwerglisdodde, egelskop, canadese rijst, waternavel en beekpunge. Men mag er ook enkele trager groeiende planten bijvoegen voor hun schoonheid en mooie bloemen zoals bijvoorbeeld snoekkruid.

Complementaire filtersystemen
Wanneer men complementaire filtersystemen toevoegt, kan het volume van het moerasbed kleiner. Zo kan men dus plaats winnen, wat handig kan zijn voor kleinere tuinen. Wanneer er in de tuin onvoldoende ruimte is en er enkel een kleine moeraszone kan worden aangelegd, wordt er vaak een meerkamerfilter voorzien. Deze wordt dan overwegend mechanisch gebruikt. Hij dient vooral voor het laten bezinken (decanteren) van zwaar vuil en het mechanisch tegenhouden van vuildeeltjes. Als vulling van de meerkamerfilter kiest men best voor borstels en soft matala in verschillende dichtheden. Beide materialen zijn eenvoudig te onderhouden.

Zandfilters 
Zandfilters worden veel gebruikt voor klassieke zwembaden. Ze kunnen ook ingezet worden voor zwemvijvers, maar in de praktijk gebeurt dat vrijwel nooit. Meestal zijn ze helemaal niet nodig bij een zwemvijver omdat het biologisch gefilterd water al van nature kristalhelder is. Zandfilters moeten regelmatig teruggespoeld worden en werken enkel en alleen mechanisch. Het water wordt onder druk door een zandbed geduwd. De laatste minuscule vuildeeltjes hechten zich aan het oppervlak van de zandkorrels. Na ongeveer een week moet je de zandfilter reinigen door het water er in omgekeerde richting door te jagen. Een zandfilter is meestal overbodig en kan in geen geval gebruikt worden om een biologische filter te vervangen.

UV-stralers
UV-stralers worden stilaan meer en meer gebruikt, zowel voor klassieke zwembaden als voor zwemvijvers. Biologische zwembaden kunnen onderhevig zijn aan weersomstandigheden en kunnen soms minder helder water vertonen. De UV-stralers zorgen voor altijd helder water doordat ze het vermenigvuldigen van eencellige algen tegengaan. De beste professionele UVC-stralers zijn uitgevoerd in inox en voorzien van UV PLL-lampen. Ze worden bij de zwemvijver gebruikt om ongewenste micro-organismen te bestrijden in het water. Deze energiezuinige (maar in aankoop wel wat duurdere) systemen verbruiken minder energie dan klassieke UVC-apparaten. Dat heeft onder andere te maken met het gebruik van grotere inox behandelingskamers, efficiëntere lampen en elektronische balasten. Het gebruik van deze professionele UVC-systemen zorgt in ieder geval voor nóg meer zekerheid op gezond en kristalhelder water.

Skimmers
Skimmers zijn bijna een must geworden. De meeste moderne zwemvijvers worden tegenwoordig uitgerust met één of meerdere oppervlakteskimmers. De bedoeling is immers dat het water echt uitnodigt om erin te springen. Het bovenaanzicht van het wateroppervlak is dus van primordiaal belang. Een groot deel van de vervuiling die in een vijver terechtkomt, doet dat van buitenaf. Volgens Amerikaanse onderzoeken gaat het bij siervijvers en zwemvijvers in de meeste gevallen zelfs om 80 % van de vervuiling. Bladeren, stuifmeel, zaadjes, zand, leemdeeltjes maar ook insecten, pluimen en ander materiaal waaien in de waterplas en gaan eerst drijven. Daarna zinkt het materiaal naar de bodem en zorgt het voor ongewenste aanrijking van de vijver. Een skimmer zorgt ervoor dat alle onreinheden die op het wateroppervlak terechtkomen weggezogen worden. De beste skimmers zijn voorzien van een grote, eenvoudig uitneembare filterkorf. In het ideale geval wordt er iedere vier meter een skimmer voorzien.

Boogzeven 
Boogzeven zijn mechanische voorfilters. Ze worden stilaan meer en meer ingezet bij zwemvijvers. Boogzeven filteren het water dat van de skimmers en of bodemdrains komt. Boogzeven bestaan uit een roestvrij stalen zeef met heel kleine openingen (best 300 à 200 micron). Door hun speciale constructie zijn boogzeven erg gemakkelijk te onderhouden. De beste boogzeeffilters hebben boven de zeef een beweegbare klep die de waterstroom automatisch regelt en waarmee men de wateraanvoer kan onderbreken wanneer men de zeef wenst te reinigen. Boogzeven worden gravitair opgesteld, naast de zwemvijver.
Een boogzeef is een mechanische voorfilter die eenvoudig te onderhouden is.