SPONSTUIN Het beste decor voor zwemplezier

Een zwembad en zwemvijver ogen eens zo mooi, verleidelijk en uitnodigend in een frisgroene tuin. En laat dat nu net een probleem zijn met de alsmaar hetere en vooral ook drogere zomers. Een sponstuin werkt dat probleem weg en voorkomt ineens grote plassen op gazons en verhardingen tijdens stortbuien, een ander gevolg van het nieuwe weer.

Gegarandeerd deed jij het ook de voorbije jaren. Je tuin frisgroen houden door de plantenborders en zelfs struiken en bomen regelmatig te sproeien of gieten. Mogelijk overwoog je zelfs de installatie van een uitgebreid beregeningssysteem om dat tijdrovende en toch wel saaie werkje van jou over te nemen. Besef dat het geen zaligmakende oplossing is. Zelfs niet indien de installatie wordt aangestuurd met sensoren die voortdurend het vochtniveau van de grond en het voorspelde weer monitoren. Als tuinliefhebber met een groot hart voor een groene omgeving besef jij meer nog dan anderen, dat er terug een natuurlijk evenwicht moet komen tussen de hoeveelheid regen die de natuur geeft en hoeveel planten nodig hebben om te groeien en te bloeien.

 

Eigen tuin eerst!
De hoeveelheid neerslag die valt kunnen we niet bijsturen, net zomin als wat de planten willen en moeten opnemen. Er valt trouwens nog steeds meer dan voldoende regen uit de lucht, zelfs evenveel als vroeger. Gemiddeld over gans België zo’n 910 liter water per vierkante meter per jaar, zo weet het KMI. Probleem is echter dat het regen- of noem het hemelwater, nog slechts in beperkte mate in de grond dringt. Veel water gaat richting riool en dus weg van de planten die er nood aan hebben. In een sponstuin zorg je dat het regenwater maximaal de kans krijgt op eigen perceel te infiltreren. Daarmee geef je de wortels van de planten alle kans om er een flinke slok van op te zuigen en te transporteren tot in het topje van hun stengels en de uiterste randen van hun bladeren en bloemen. Alles wat zij niet direct opnemen blijft kleven en hangen tussen de grondkorrels of zakt verder door tot het, meters diep, terecht komt in de natuurlijke grondwaterreserve.

 

Reserve voor nu en later
Reserve mag u in deze letterlijk nemen. De natuur heeft namelijk een ingenieus systeem bedacht om dat grondwater terug richting plantenwortels te brengen wanneer nodig. Via capillaire werking,
een fysisch fenomeen waarbij vloeistof zich via fijne kanaaltjes omhoog werkt, gaat het weer naar boven. Hoe dunner het kanaaltje hoe sterker het vocht zelfs stijgt! De planten op hun beurt sturen
hun wortels dan weer, aangestuurd door de zwaartekracht, dieper de grond in dan wij ook maar denken. Bovendien hebben ze een enorme zuigkracht. Maar omdat regenwater steeds minder de kans krijgt om te infiltreren in de bodem, wordt de afstand tussen de twee te groot. En de situatie wordt er niet beter op. Herinner je de nieuws- en andere berichten van de voorbije jaren over een alarmerend laag waterpeil. Of denk even terug aan hoe de planten in jouw tuin erbij stonden. Zelfs tijdens kortere droogteperiodes lieten ze hun bladeren slap hangen, mogelijks verdrogen
en in extreme situaties zelfs vallen terwijl het gazon er resoluut voor koos om geel te kleuren. Allemaal pogingen om zichzelf te beschermen: ze probeerden een evenwicht te bewaren tussen de hoeveelheid vocht die ze via hun bladeren verdampen en het vocht dat ze met hun wortels kunnen opnemen.

 

Speel zelf op veilig
De grondwaterspiegel is volop aan het dalen. Er is geen ontsnappen aan. Het zag er de voorbije winter even beter uit. Er werd door overheden zelfs hoera geroepen omdat op 60% van de meetpunten er terug een normaal niveau was bereikt. Daarmee werd evenwel gemaskeerd dat in zowat 40% van de meetpunten de grondwatertafel laag tot extreem laag stond en dat ondanks een natte december en januari, met beduidend meer neerslag dan normaal. Het komt er dus op aan zoveel als mogelijk regenwater op eigen perceel te laten infiltreren voor het welzijn van onze tuin,
maar ook van buurt en streek. Hoe minder gesloten verharding, hoe beter. Moet er een nieuwe inrit aangelegd worden of wil je een nieuw of groter terras bij je zwembad, zwemvijver of poolhouse met al dan niet nog een extra tuinpad ernaartoe? Het kan en blijft mogelijk. Er zijn mogelijkheden te over met waterdoorlatende materialen, van waterpasserende en waterdoorlatende straatstenen tot
zelfs de meest exclusieve natuursteentegels toe. Deze laatste moeten dan wel met een brede waterdoorlatende voeg worden uitgevoerd en op een even waterdoorlatende fundering worden gelegd. In uitzicht, kwaliteit, stabiliteit en duurzaamheid moet deze watervriendelijke verharding in niets onderdoen voor gelijkaardige klassieke alternatieven. Geen nieuwe plannen voor de harde materialen
in jouw tuin, maar wel overtuigd dat bijsturen richting sponstuin nodig is? Laat een tuinaannemer onderzoeken of het water dat op inrit, terras en tuinpad terecht komt - en via putjes, gootjes of geulen
wegstroomt - kan losgekoppeld worden van de riolering en kan opgevangen worden in een ingegraven infiltratiekrat. Het is een variant op de vroegere bezinkput in voornamelijk kasteeldomeinen:
een afgedekt gat in de grond gevuld met puin. Het water dat er zich in verzamelde kreeg er alle tijd om in de grond errond en eronder te infiltreren. Vandaag stoppen we geen puin meer in de grond. We hebben infiltratiekratten of -blokken met een holle structuur die een grote hoeveelheid water bufferen of absorberen en het dan druppelsgewijs laten verdwijnen.

 

Infiltratie met hart voor natuur
Ook onze woning, poolhouse, carport of andere bijgebouwen houden veel water weg van gazon en planten. Al dan niet omdat de overheid er ons bij bouwen en verbouwen via een hemelwaterverordening toe verplicht een groot gedeelte van dat dakwater op te vangen in een put of reservoir. Het kan later gebruikt als spoelwater voor toiletten en andere was en plas. Veel denkwerk is niet nodig om te weten dat het na gebruik en zonder pardon toch richting riolering stroomt. Uw tuin heeft er niets aan! Alleen het water dat je eruit oppompt voor sproeien en gieten en/of via de overloop wegstroomt in een infiltratieput, -bak of -krat komt ten goede aan onze planten. Neen, we willen je niet aanzetten tot het uit dienst nemen van die opvangmogelijkheid, maar hebben wel tips voor die dakoppervlaktes die er niet zijn op aangesloten. Laat hun dakafvoer uitmonden in een poel of buienborder. Een poel is een vijver zonder waterdichting. Zeventig centimeter diep en enkele vierkante meters groot. Daarmee kan de poel flink wat water bufferen en tegelijk een gastvrije thuis en ontmoetingsplek zijn voor amfibieën, van salamanders tot kikkers, voor libellen en andere watergebonden insecten en in hun kielzog een schare tuinvogels, van koolmees tot reiger toe.

 

Veilige buienborder in het groen
Wat een poel zo typisch maakt en laat verschillen van een tuinvijver, is het steeds wisselend waterniveau. Doordat hij geen waterdichting heeft verdwijnt een groot gedeelte van het water door infiltratie en verdamping. In het begin ziet het er wat vreemd uit, want een gat in je tuin. Eens ingegroeid met moeras- en oeverplanten, eventueel zelfs ondergedoken of gevuld met drijvende waterplanten, krijgt het geheel echter een mooi en in de meeste gevallen zelfs een puur natuurlijk uiterlijk. Wil je het helemaal natuurlijk, plant dan niet zelf aan maar laat de natuur zijn gang gaan. Er komen altijd wel zaden van planten aangewaaid en alleen zij die een ideaal plekje vinden weten te overleven. Liever geen extra plas in de tuin, creëer dan een buienborder. Gaag in dit geval slechts 25 centimeter diep, maar wel flink ruim. De oppervlakte moet namelijk in relatie staan tot de oppervlakte dak waarvan je het water wilt infiltreren. De juiste oppervlakte is afhankelijk van de grondsoort. Zand infiltreert bijvoorbeeld sneller en beter dan leem of klei. In die laatste gevallen kan het zelfs wel eens nodig zijn om de bodem van de buienborder wat beter waterontvankelijk te maken met extra drainerend materiaal. Opzet is namelijk dat alle water dat erin terecht komt op maximaal enkele uren tijd verdwijnt. Een buienborder is bovendien van voor tot achter en van links naar rechts beplant. Hoe en wat, aan jou de keuze. Het kan met siergrassen, vaste planten - laag en hoog - maar ook met heesters en zelfs bomen. Daardoor zie je de buienborder niet eens liggen. Hij gaat totaal op in de groenaanleg van je tuin. Onzichtbaar aanwezig en met water dat snel infiltreert is zo’n buienborder dus ook veilig voor kinderen en huisdieren.

 

Planten waarvan de bladeren slap hangen, hebben een tekort aan water.

Gratis zwemwater?
Of het dakwater dan niet richting zwembad of zwemvijver kan en mag? Kunnen ja! Mogen? Regenwater is zuiver zolang het niet in contact komt met een dakdichting, een dakgoot of een dakafvoer. Tijdens dat contact nemen ze namelijk onzuiverheden mee die uit de omgeving kwamen aangewaaid, maar ook uitwerpselen van vogels. Doe het dus maar niet. Lees tegelijk dat het regenwater
dat rechtstreeks vanuit de lucht terecht komt in de zwemkuip geen enkel probleem vormt. Het gaat dan bovendien - zelfs tijdens een stortbui - over een relatief kleine hoeveelheid water in verhouding
tot de totale watermassa. Wil je toch regenwater gebruiken voor het bijvullen van je zwembad/zwemvijver gebruik dan het water uit de regenput of regenwaterreservoir. Het wordt namelijk gezuiverd! Het passeert al een voorfilter voor het in de put terecht komt en bij het uitstromen nog eens een extra filter, eventueel een membraanfilter die zowat alle onreinheden stopt. Bovendien gebeurde tijdens de ‘wachttijd’ in het reservoir al een biologische bijsturing. Putten of reservoirs in gewapend en getrild beton hebben daarbij een streepje voor. De micro-organismen die zich op hun wand vasthechten, breken de organische stoffen in het water af waarna die op de bodem bezinken. Een effect dat je in reservoirs uit kunststof alleen bereikt als je een laagje grind, liefst nog in kalkzandsteen, op de bodem legt. Vul toch niet met te grote hoeveelheden ineens. Regenwater is flink zuurder dan water in zwemkwaliteit en geeft risico op irritatie van je huid en rode ogen; in een zwemvijver voor het minder goed functioneren van de planten- of helofytenfilter. Laat je regenwater regelmatig, rechtstreeks of via de regenwaterput, toekomen in je zwemvijver laat hem dan geen eindpunt zijn aan de bestemming water in de tuin - en dus eindigen in een afvoer richting riolering. Sluit de overloop aan op bestemming richting groen en planten. Die eindbestemming kan het trouwens delen met ander dakwater of water dat op terras, tuinpad en oprit wordt opgevangen. Het mag allemaal verzameld in een buienborder, poel of infiltratiekrat. Welke optie je ook kiest, jouw tuin zal het vasthouden als spons en daarmee zorgen uit handen nemen voor het groen en gezond houden van de planten en vormt daarmee een garantie op een mooi decor voor jouw tuinplezier.