De fauna en flora van de zwemvijver

Een zwemvijver is meer dan een plaats om te baden. Het is ook een natuurlijke biotoop waar heel wat planten en diertjes zich thuis voelen. En dat hoeft niet te verwonderen want voor veel interessante en bedreigde organismen is het water van onze zwemvijver ideaal: helder en voedselarm.

Variatie in fauna

Kikkers maken deel uit van het vijverleven, dat is normaal. Hun larven, de dikkopjes, eten de algen die op de vijverwand groeien en zijn dus nuttig. Ze helpen onze zwemvijver schoon te houden. Kikkers zijn leuk om gade te slaan. Ze nemen met hun ogen alleen bewegingen waar. Dat betekent dat wij ze van dichtbij kunnen bekijken zonder hen op te schrikken. Wat we moeten doen is traag en vloeiend bewegen tijdens het naderen.

Het bewegende water van onze zwemvijver is onweerstaanbaar voor veel zangvogels. Ze worden er naar toe gelokt en proberen met hun zang het kabbelende geluid te overstemmen. Kwikstaartjes huppen rond tussen de waterplanten op zoek naar iets eetbaars. Zwaluwen scheren rakelings over het oppervlak en nippen een slokje water.

We kunnen wel al eens schrikken wanneer een libel vlak naast ons scheert. Het lijkt of het dier ons komt onderzoeken en wellicht schuilt daar wat waarheid in. Libellen verdedigen hun territorium en komen nieuwsgierig kijken wat er aan de hand is. Waterjuffers en libellen, zijn volkomen ongevaarlijk voor mensen en verrichten nuttig werk door de grote aantallen muggen en vliegen die zij vangen.

De natuurlijke oppervlaktespanning van het water wordt gebruikt om op te lopen of om eraan te hangen. Schaatsenrijders glijden over de bovenkant van het watervlak. Ze zijn gretig op zoek naar kleine diertjes die in het water vielen. Hun poten staan als uitleggers over bijna heel hun lengte in contact met de waterspiegel. Schaatsenrijders kunnen ook grote sprongen maken, tot 10 cm ver. Dit is veel voor zo'n kleine diertjes, zeker wanneer men beseft dat ze zich afstoten tegen de waterfilm.

Onderaan het watervlak hangt een waterslak. We zien een gaatje, dat is de plaats waar ze ademt, want daarvoor heeft ze lucht nodig. Posthoorn- of schijfslakjes zijn algeneters, poelslakken of torenslakken zijn wegwerkers van afgestorven plantenmateriaal. Het zijn dus opruimers. Het lichaam van sommige posthoornslakken kan erg mooi rood gekleurd zijn. Dit komt omdat ze voor hun zuurstofhuishouding hemoglobine (dus bloed) gebruiken.

Tussen de vissen zwemmen…. Moet dat of kan dat in een zwemvijver? Het moet niet, maar het kan wel. Vaak zet men een paar vissen uit in de zwemvijver. Daarvoor zijn verschillende redenen.  Men vindt het leuk, men wenst de waterkwaliteit biologisch te controleren of men wil het aantal insecten onder controle houden. Maar niet om het even welke soort vis hoort thuis in onze zwemvijver. Een schooltje van een tiental goudwindes of blauwe windes wanneer je deze mooier vindt, en één enkele zeelt zorgen er respectievelijk voor dat het aantal oppervlakte insecten en bodemdiertjes binnen de perken blijft. De wildvorm van zeelt is bronsgroen en nauwelijks te zien, maar er zijn tegenwoordig mooi gekleurde zeelten te koop: oranje, wit, wit met rood… De windes ontfermen zich over dansmuggen en bootsmannetjes, terwijl de zeelt het oppervlak van wanden en bodem afzoekt naar eetbaars. Tussen vissen zwemmen kan leuk zijn en doet ons denken aan snorkelen in zee, aan vakantie.

Variatie in de plantensoorten

Irissen vormen de hoofdbeplanting van veel zwemvijvermoerassen. Terecht, onze inheemse gele lis is mooi, makkelijk te onderhouden en doet haar werk: het water zuiveren. De bladeren zijn mooi en niet scherp, de bloemen zijn groot en mooi en te bewonderen in de maand mei.

Vaak wordt de beplanting aangevuld met andere gewassen die goed zuiveren en/of mooi zijn. Bij de hoge vijverplanten vinden we bijvoorbeeld kalmoes. Uit de wortelstok spruiten zwaardvormige bladeren, die 1 tot 1,5 m lang kunnen worden en aan één zijde gegolfd zijn. Hierdoor zijn de bladeren gemakkelijk van die van alle andere gelijkaardige planten te onderscheiden. De geur bij kneuzing ervan is krachtig en aangenaam aromatisch, lijkend op kaneel en mandarijntjes. De kalmoes wortels geven stoffen af die het water ontsmetten en de ontwikkeling van ziektekiemen zoals salmonella verhinderen.

De beekpunge is een winteractieve waterzuiveraar en bovendien eetbaar. Het plantje toont ons zijn minuscule blauwe bloempjes. Het is een gewasje dat we sterk aanbevelen voor de filterende moeraszones van zwemvijvers vanwege zijn winterse activiteit. Beekpunge vormt een ideale aanvulling van moeraszones die vol staan met irissen. Doordat de planten laag blijven, vormen ze een mooie bodembedekking en doen hun werk op het moment dat de irissen stil gevallen zijn (herfst en winter). Alle groene delen van beekpunge, bladeren en jonge, nog niet bloeiende scheuten vormen een originele groente. Ze kunnen rauw gebruikt worden in salades maar smaken wel wat bitter. De smaak heeft wat weg van waterkers maar is minder scherp. Goed afspoelen voor gebruik.

Ook lidsteng verdient een plaatsje. De ondergedoken bladeren zijn teruggeslagen. De stengels die boven water uitsteken zien er erg decoratief uit als kleine dennenboompjes. De hoogte van de plant boven het wateroppervlak bedraagt 30 cm, maximaal 50 cm. Lidsteng als zuurstofplant en moerasplant is vooral nuttig doordat hij reeds vroeg in het prille voorjaar met volle kracht groeit. Reeds bij een temperatuur van 8 à 10 graden treedt groei op. Dit is zeker een goede zaak voor het evenwicht van de zwemvijver vroeg in de lente.

De wat minder bekende Yerba mansa, (Anemopsis californica) bloeit lang, van het voorjaar tot in de zomer. De bloem is echt speciaal. De zeven lange schutbladeren worden verkeerdelijk als bloembladeren aanzien. De bloem zelf wordt ongeveer 4 cm groot. De plant zal ons, zeker in warme zomers, veel genoegen verschaffen. De bloemwijze lijkt van ver wat op die van een anemoon maar dan met een kegelvormig centrum. De grote, lange witte schutbladeren (bracteeën) zien er uit als kroonbladeren en zijn vaak rood gevlekt. De eigenlijke bloempjes zijn klein en groenachtig wit. Deze speciale bloemvormen worden gedragen op stengels tot 55 cm lang. Om het echt goed te doen heeft deze plant wat klei nodig, dus best in een mandje poten, deze toch wel speciale vijverplant.

De sprookjesachtige zwanebloem is zeker een van de mooiste en sierlijkste inheemse waterplanten. Het is een bladverliezende rupsachtige, vaste oeverplant, die wettelijk beschermd is maar courant verkrijgbaar is in de vijverhandel. De grote bloemen bewuiven ons elegant bij het minste briesje. De moeilijk te omschrijven bruinvioletroze bloemkleur komt weinig voor in het plantenrijk en is een welkome afwisseling in het plantenlandschap van ons zwemparadijs.