Je (ZWEM)VIJVER in OPTIMA FORMA, maand in, maand uit

Terwijl elke trotse zwembad-eigenaar inmiddels wel weet hoe zijn waterpartij heel het jaar door in prima conditie te houden, is dat voor een (zwem)vijver toch wat minder algemeen bekend. Daarom geven we je graag advies over hoe je doorheen alle maanden van het jaar je vijver gepast kunt onderhouden.

 

KIJK IN DE WINTER UIT VOOR ROVERS DIE HET OP JE VISSEN GEMUNT HEBBEN.

JANUARI
Om een vijver voor bevriezing te behoeden, is het verstandig om een luchtpomp te laten werken. Daarmee wordt niet alleen bevriezing voorkomen, maar blijft het water ook zuurstofrijk. Sowieso dienen alle filters zo goed mogelijk beschermd te worden tegen vrieskou door deze te isoleren. Vissen houden vaak een soort ‘winterslaap’. Stoor hen dan ook niet in hun rust en vermijd werk in de directe omgeving omdat water een goede geleider van geluidsgolven en trillingen is. Omdat het water koud is, bewegen de dieren zich trager en houden ze zich in de diepere vijvergedeelten op. Bevinden vissen zich echter dicht onder het vijveroppervlak, kan dit duiden op zuurstoftekort. Schakel dan dadelijk de luchtpomp en vijverpompen aan. Bij een watertemperatuur van 5°C of meer kun je spaarzaam, zowat om de 14 dagen, de vissen een klein beetje aangepast wintervoer geven. Verwijder sneeuw bovenop een bevroren vijver zo snel mogelijk, want sneeuw houdt het licht tegen dat wel noodzakelijk is voor het vijverleven. De plantaardige activiteit onder het ijs stopt immers nooit. Verwijder de sneeuw door er enkele emmers leidingwater over uit te gieten.

 

FEBRUARI
Deze maand vergt een vijver weinig onderhoud. Wel kan het bitter koud zijn en stevig vriezen. Daarom gelden de adviezen voor januari ook deze maand. Je kunt planten die in de winter en het prille voorjaar al volop groeien aan je vijver toevoegen. Dit voorkomt immers algenproblemen later in de lente. Mogelijke planten zijn: beekpunge, bronmos, krabbenscheer, lidsteng en gele plomp. In het vroege voorjaar beginnen al een aantal irissen uit te lopen; met name de gele lis is een vroege vogel. Kaapse waterlelie mag uiteraard in geen enkele tuinvijver ontbreken omwille van zijn zoete vanillegeur.Kijk uit voor rovers, zoals buurtkatten of reigers, die nu hongerig zijn en het ook op je vissen gemunt hebben. Ook watervogels zoals eenden, meerkoeten en ganzen kunnen - zeker in de winter en vroege lente - veel schade toebrengen aan je vijverbeplanting. Bescherm dus de ‘lekkerste’ planten, zoals de knollen van pijlkruid, met een net. Vervang best jaarlijks de uv C-lamp.

 

MAART
Controleer grondig op lekkage rondom de dooiende vijver, want mogelijk zijn leidingen of koppelingen beschadigd geraakt tijdens de winterperiode. Takjes en bladeren die in de vijver terechtkwamen kan je maar beter verwijderen. Anders verzuurt de bodem, wat in het voorjaar een ongewenste algenexplosie kan veroorzaken. Doe dit uiterst voorzichtig want veel vijverbewoners verkeren nog in rust. Verwijder ook afgestorven plantendelen. In de moeraszone worden de dode delen van de planten afgeknipt of afgeplukt. Een harkje kan een handig hulpmiddel zijn. Waterplanten of waterlelies kunnen nu in leemhoudende vijvergrond verpot worden. Indien de filter tijdens de voorbije winter werkte, spoel je het meeste vuil er in het voorjaar uit. Liefst met vijverwater om de bacteriën niet te doden. Een droog filtersysteem kan nu gereactiveerd worden, na reiniging van filterkamers en slangen. De filteraanzuiging mag weer naar een dieper vijvergedeelte gebracht worden. Om algengroei in april/mei te voorkomen, is het verstandig om nu al een uv C-unit te installeren. Controleer de vissen zorgvuldig op eventuele ziekteverschijnselen. Vreemde plekken, zweren of schommelende bewegingen duiden op parasitaire aandoeningen. De vissen worden met de stijgende watertemperatuur weer actiever en vragen meer voedsel. Na de koude wintermaanden kan hun lichamelijke conditie sterk verzwakt zijn. Geef heel weinig en licht verteerbaar wintervoer.

 

APRIL
Indien je het nog niet eerder deed, is dit hét moment om waterlelies aan te brengen en reeds aanwezige waterlelies van een nieuwe voedingsbodem te voorzien. Zij hebben een duidelijke voorkeur voor kleihoudende grond waardoor zij langer en rijkelijker bloeien. Een mengsel van klei met commerciële vijveraarde is geschikt als plantsubstraat. Moerasplanten kunnen nu vermeerderd en verpot worden in degelijke, fijnmazige plantmanden. Ten laatste eind deze maand moeten filter en pomp weer opgestart zijn. Niet alleen de planten maar ook de algen beginnen te groeien. Draadalgen remmen de groei van zuurstofplanten. Verwijder ze met een vijverwieder. Let op eventuele ziekteverschijnselen bij de vissen. Een badbehandeling met een medicijn kan aangewezen zijn. Bij een watertemperatuur boven de 12°C kun je de vissen volgens behoefte voederen om weer op krachten te komen. Gebruik hoogwaardig voer.

 

MEI
In de vijver groeit alles. Ga na of de filter goed werkt en spoel eventueel de filtermaterialen om. Dit is de ideale tijd om nieuwe planten te poten. Lelies kunnen nu nog gescheurd worden en de moerasplanten uitgedund. Plant leliewortelstokken in een plantmand gevuld met waterlelie- aarde. Veel vijverplanten groeien zeer snel. Zorg dat de verschillende soorten niet te sterk met elkaar verward raken en knip waar nodig de voortkruipende wortelstokken bij. Aarzel niet om planten te verpoten, te verplaatsen of te verjongen. Eventuele wondjes groeien zo weer toe. Niet winterharde drijfplanten, zoals watersla en waterhyacint, kunnen eind mei in de buitenvijver. Een helder wateroppervlak is belangrijk voor de opname van zuurstof en voor het uitwisselen van een teveel aan CO2. Verwijder dus regelmatig het oppervlaktevuil. Skimmers zijn hiervoor nuttig omdat zij tot 85% van het oppervlaktevuil verwijderen alvorens het bezinkt en daarbij voor schoon, helder water zorgen. Voer de vissen rijkelijk maar kijk er op toe dat al het gevoerde daadwerkelijk ook gegeten wordt. Beter een aantal keren kleine porties voeren, dan teveel in één keer. Nieuwe vissen kunnen uitgezet worden. Hou deze dieren vooraf in een quarantainebak om te vermijden dat ze de andere vijvervissen zouden besmetten. 75 à 80% van de vissterfte vindt immers plaats na het uitzetten van nieuwe vissen in de vijver.

 

JUNI
Juni wordt niet zonder reden de groeimaand genoemd. De planten in de vijver groeien massaal naar het wateroppervlak. Als dat volledig dicht dreigt te groeien, kan er best uitgedund worden. Beperk het aantal waterleliebladeren door ze onder het waterniveau af te knippen en laat ook zuurstofplanten niet te erg woekeren. Jonge visjes mogen bijgevoerd worden met fijn gewreven visvoer. Kijk uit voor mogelijke ziekten en ongedierte. Een tijdige ingreep kan vaak veel werk en ongemak besparen. Bij een invasie door bladluizen volstaat het in de meeste gevallen om de bladeren met een tuinslang af te spuiten. De luizen vallen in het water en worden zo een geliefde prooi voor de vissen.

 

JULI
In deze hoogzomermaand zullen de planten verder groeien terwijl de waterlelies volop in bloei staan. Knip regelmatig de uitgebloeide waterlelies weg want dat komt de bloei in de verdere zomer ten goede. In deze periode kunnen de lelies belaagd worden door de zogenaamde leliekever. De larven tasten de bladeren van bovenaf aan, met bruine en snel afstervende bloemen tot gevolg. Druk de larven plat of hou de bladeren een dag onder water; bijvoorbeeld met behulp van een gaasje. Hoe eerder en consequenter je dat doet, hoe minder hinder de planten zullen hebben want het diertje
kent meerdere generaties per jaar. Door een uitbundige groei van, vooral, zuurstofplanten, kan er in de ochtenduren gemakkelijk een zuurstoftekort ontstaan. ’s Nachts wordt er namelijk geen zuurstof geproduceerd terwijl de planten wel zuurstof opnemen. Een luchtpomp biedt dan uitkomst. De temperatuur van het vijverwater kan oplopen tot 20°C. Warmer water bevat minder zuurstof. Waterbeweging door middel van een vijverpomp of een luchtpomp kan een eventueel zuurstoftekort voorkomen. Door de hogere watertemperaturen hebben de vissen nu ook meer behoefte aan voedsel. Je mag dan ook rijkelijk voeren. Geef als afwisseling af en toe een paar regenwormen en wat zorgvuldig gewassen bladsla. Bij heel warm weer zijn de vissen erg actief en lijken altijd honger te hebben. Maar zeker op dergelijke dagen moet je opletten voor over-voederen, want veel voeder zorgt ook voor veel reststoffen en die kunnen het water te sterk belasten. Een luchtpompje is ook dan van nut. Kortdurende vertroebelingen van het vijverwater hoeven niet meteen te verontrusten. Dit fenomeen komt ook in vijvers in de vrije natuur en is te wijten aan bepaalde weersomstandigheden (regenachtig, onweer).

 

AUGUSTUS
Wat je zomervijver betreft, verschilt er niet zoveel van de maand juli. Want ook deze maand kan de watertemperatuur hoog oplopen. Plaats dus een beluchtingspomp. Bij acuut zuurstoftekort voeg je PhosEx-O2 toe aan het water. Dun zuurstofplanten uit en verwijder uitgebloeide bloemen en vergeelde bladeren van waterlelies en moerasplanten. Controleer de vijverfilter op zijn goede werking. Voor het vermijden van drijfvuil gebruik je skimmers. Vissen groeien nu goed, het kleurpatroon ontwikkelt zich en er wordt conditie opgebouwd voor de komende wintermaanden. Voer devissen dan ook rijkelijk.

 

SEPTEMBER
Begin deze maand is het in de vijver nog volop zomer, maar aan het einde van de maand begint het verval van de beplanting al zichtbaar te worden. Dun het teveel aan zuurstofplanten uit. Verwijder uitgebloeide bloemen en bruine bladeren van waterlelies en moerasplanten. Vijverplanten worden niet afgeknipt in het najaar. Mocht je dat toch doen, zou de vijver er lange tijd heel lang erg kaal uitzien, zonder enige verticale structuur. Geknakte en in het water drijvende stengels van oeverplanten knip je natuurlijk wel best af. In het najaar knip je de stengels niet onder het water af maar wel zo’n 10 à 15 cm boven het wateroppervlak. Dit om te vermijden dat er water binnendringt via de holle stengels. De luchtkanalen in de stengels zorgen ervoor dat er ook bij een dunne ijslaag nog steeds enige gasuitwisseling is tussen water en lucht. Hoewel de buitentemperatuur vooral tijdens de nachten al behoorlijk kan dalen, zal het vijverwater nog wel redelijk op temperatuur blijven. Om de conditie van de vissen op peil te houden, of om deze eventueel nog te verbeteren, voer je begin deze maand rijkelijk met een kwalitatief hoogstaand visvoer om de dieren vetreserves te laten opbouwen in de herfst. Schakel geleidelijk over op licht verteerbaar wintervoer zonder paraffine en voeder, naarmate de temperatuur daalt, langzaamaan minder.

 

OKTOBER
Het is herfst. Waterplanten in de vijver gaan nu met rasse schreden achteruit. De groei is gestopt, het blad wordt bruin en sterft af. Bomen en struiken in de tuin laten in toenemende mate hun bladeren vallen. Voor-kom dat er teveel bladeren in de vijver vallen door er een afdeknet overheen te spannen. Maar verwijder voordien zoveel mogelijk afgestorven bladeren en ander organisch materiaal uit het water. Gebruik een fijnmazig, stevig afdeknet en span het zo strak mogelijk over de vijver. Netten met een maasopening van 0,5 x 0,5 cm houden ook de kleinste blaadjes tegen. Netten met grotere mazen zijn vaak levensgevaarlijk voor vissen, kikkers en zangvogels. Een vijvernet hoeft niet noodzakelijk horizontaal over de vijver gespannen te worden, want het is meestal eenvoudiger om een soort tentstructuur te voorzien. Je kunt dan bijvoorbeeld langs beide zijden van de vijver een verticale paal plaatsen. Wanneer je de beide palen met touw of wasdraad verbindt, kan het net hier overheen gelegd worden. De boomblaadjes glijden dan netjes van de ‘tent’ af en kunnen met een schepnet eenvoudig opgeruimd worden. Installeer een degelijke luchtpomp om bij vorst een deel van het wateroppervlak ijsvrij te houden. Het koudere water zorgt ervoor dat de vissen zich dieper in de vijver ophouden. Zolang de watertemperatuur nog boven de 5 °C bedraagt, mag er nog gevoederd worden maar wel met speciaal wintervoer. Zet geen nieuwe vissen meer uit.

 

NOVEMBER
Het najaar is een goede periode om je zwemvijver een grondige onderhoudsbeurt te geven. Verwijder de laatste afgestorven bladeren en takjes van waterplanten en snoei de moerasplanten terug. Hiermee voorkom je niet alleen problemen in de winter, maar dit bevordert tevens een goede ontwikkeling in het voorjaar. Vijvers waar het water tot aan of tot net onder de deksteen komt, kunnen beschadigd raken door ijsvorming. Daarom wordt de waterstand best verlaagd in de late herfst. Groter vijvers zijn meestal van een overloop voorzien die in ‘winterstand’ wordt gezet. Een goede overloop bestaat trouwens uit een doorvoer met een elleboogvorming stuk buis erop. Door deze elleboog te draaien, wordt het peil van de waterstand bepaald.

 

DECEMBER
Grote filters mogen tijdens de winter in werking blijven. Zorg ervoor dat er geen water van de bodem of het diepere gedeelte wordt opgepompt om afkoeling van de watertemperatuur te vermijden. De filtratie kan verdergezet worden bij een hoge visbezetting en zeker in het geval van speciaal geconstrueerde (koi)- vijvers, maar met een lager debiet. Vissen produceren nu veel minder afvalproducten en de zwemvijver is een rustperiode ingegaan. Helaas sterven of verkommeren nog steeds teveel vissen in of na de winter. Verkeerdelijk wordt dit de koude verweten, maar ook tijdens de koudste winters sterven vissen niet enkel daaraan. Wanneer het water vervuild is en er zich een ijslaag vormt, zullen de dieren snel in moeilijkheden raken. Rottingsgassen worden onder de ijslaag vastgehouden terwijl er geen verse zuurstof in het water kan dringen. De vissen stikken door gebrek aan zuurstof in het vervuilde water. Werk dus preventief en voorkom dat je vijver dichtvriest en hang er één of meerdere luchtstenen in. De opborrelende bellen zullen niet alleen je vijver op die plek ijsvrij houden, maar ook schadelijke gassen verdrijven en zuurstof toedienen.